|
Thema III: De mens gebruikt
wetenschappelijke principes
Concept 3: Energieomzettingen.
|
|
|
1) Energievormen |
|
- Energie uit energiebronnen kan voorkomen in verschillende vormen en krijgt dan een
aangepaste naam!
-
bewegingsenergie of kinetische: energie die bewegende voorwerpen hebben.
-
chemische energie: energie aanwezig in moleculen van een
stof.
- elektrische energie: energie die voorwerpen hebben die
elektrisch geladen zijn.
- stralings: energie aanwezig in (licht)straling.
- zwaartekrachtenergie of potentiële: energie die voorwerpen op hoogte
hebben en die kunnen vallen.
- thermische of warmte-energie: energie die de temperatuur doet stijgen
door verbranding of wrijving
|
|
2) Energieomzettingen |
|
- Niet elke energievorm is bruikbaar in om het even welke situatie.
een friteuse werkt op elektriciteit via het elektriciteitsnet.
- Je kan er
dus geen benzine voor gebruiken.
- Elektriciteit kan men op meerdere manieren
produceren.
- In Gent staat er nog een elektriciteitscentrale die
steenkool verbrandt om elektriciteit te maken! Dit laat toe om op
piekmomenten het tekort van de kerncentrales op te vangen!
|
|
|
|
- Even de energieomzettingen op een rijtje tot aan het bakken van
frieten in de friteuse:
- verbranden van steenkool om water op te warmen
- chemische energie -> warmte-energie
- opwarmen van water uit het kanaal tot stoom die een turbine doet
draaien
- warmte-energie -> bewegingsenergie
- de draaiende turbine doet een dynamo draaien die elektriciteit
produceert
- bewegingsenergie -> elektrische energie
- de elektriciteit loopt door een weerstandsdraad die daardoor
warm wordt (zie ijzerdraad op stroombron)
- elektrische energie -> warmte-energie
|
|
- Oefening:
- Geef telkens de naam van de energievorm die aan de bron ligt alsook
de energievorm(en) waar men naar omzet met een pijl ertussen!
|
|
|
|
- Rekenen met energie
-
Grootheid |
Symbool |
Eenheid |
Symbool |
Energie |
E |
joule |
J |
- Voorbeeld: Een lamp straalt 60 joule uit: 3 joule
lichtenergie en 57 joule warmte-energie
- Energie-omzetting:
-
Rendement =
verhouding tussen nuttige energie
die ontstaat bij een energieomzetting en de ingaande
energie!
- Wat verstaan we onder nuttige energie bij deze lamp?
- Wat verstaan we onder niet-nuttige energie bij deze
lamp?
- De som van nuttige en niet-nuttige energie is steeds gelijk aan
100%.
- Wat weet je nu omtrent het rendement van de
energieomzetting van elektriciteit naar lichtenergie via deze lamp?
|
|
3. Rendement van energieomzettingen bij enkele apparaten
uit het dagelijks leven die werken op fossiele brandstof |
|
- In het dagelijks leven komen we zonder er bij na te denken heel wat
energieomzettingen tegen. Hieronder wind je een aantal situaties waarbij
er een energieomzetting plaatsvindt alsook hun rendement (nuttige
energie/ingaande energie)
|
|
- Rendement van enkele apparaten: (Schrijf er telkens de
nuttige energieomzetting achter!)
-
Energieomzetter |
Rendement |
Nuttige Energieomzetting |
Motor (bromfiets) |
25% |
|
Benzinemotor (auto) |
30% |
|
Dieselmotor |
35% |
|
Steenkoolcentrale |
40% |
|
Verbeterde rendementsketel gas |
83% |
|
Gasfornuis |
85% |
|
Hoog-rendementsketel gas |
92-98% |
|
|
|
4. Gevaren van een slechte verbranding van fossiele brandstoffen |
|
- Zoek op het internet de oorzaken, symptomen en de gevaren van
koolstofmonoxide
- oorzaken
- symptomen
- gevaren
- hoe voorkomen
|
|
|
5. Energiedrankjes? |
|
- Geef een aantal redenen waarom energiedrankjes schadelijk zijn voor
onze gezondheid!
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Kennen en kunnen |
|
|
|
|
|
LPD 27-28 |
|